Het Zuidereiland: 999.999 inwoners en geen kiwi

15 februari 2014 - Christchurch, Nieuw-Zeeland

Nieuw Zeeland, het begon met het zuidereiland. Van ruige kuststroken tot helder blauwe meren en van gletsjers tot wijnranken. Het is rustig, wat niet zo vreemd is aangezien er maar zo'n 1 miljoen inwoners op dit grote deel van Nieuw Zeeland wonen. De inwoners noemen zichzelf ook wel kiwi's, naar de beroemde vogel die dan weer zo zeldzaam is dat we die niet gezien hebben. We reizen samen met de ouders van Manuel in een fel oranje spaceship (zo heet onze campervan/auto), oftewel we stellen ons backpackers leven nog even uit.

We kwamen aan op het vliegveld van Christchurch, waar we voordat we de volgende dag de ouders van Manuel zouden ontmoeten, nog een nachtje als backpackers doorbrachten. We sliepen om tijd te besparen vanwege een late aankomst op het vliegveld. Dit was niet onze eerste keer, maar wel de meest lastige. We werden overal weggestuurd waardoor een goede nachtrust ver te zoeken was. Het toeval wilde dat we op het vliegveld Lara (een reisgenoot uit Laos) tegen kwamen die ook de nacht daar wilde door brengen, gezellig. Ons bezoek kwam al in de ochtend, dus daarna konden we het vliegveld verlaten. De rest van de dag brachten we door in Christchurch waar we niet erg van onder de indruk waren. Een groot deel is sinds een aardbeving van enkele jaren geleden nog niet hersteld of wederopgebouwd, waardoor het wat triest aan doet. Maar het was mooi weer, dus een terrasje en een ouderwets tramritje hielden ons voldoende bezig.

De volgende ochtend mochten we onze campervan ophalen. Een oranje spaceship, genaamd Enterprise. Dit is een omgebouwde auto waar 4 zitplaatsen in zitten en 2 personen in kunnen slapen. Samen met ons tentje, meegenomen uit Australië, lukt dat precies. De auto rijdt een stuk fijner (en sneller) dan de campervan in Australië, maar heeft aanzienlijk minder ruimte en geen koelkast. Even opnieuw wennen en indelen dus. Maar de backpacks werden weer afgegooid en de eerste kilometers gemaakt. De kust en kleine fjorden rondom Christchurch werden verkend. De eerste schapen werden gespot en bij een mooi meer luchten we zittend aan de waterkant met stokbrood, het vakantiegevoel overheerste.

's Avonds deden we onze eerste camping aan. In Nieuw Zeeland heb je overal zogenaamde DOC campings, campings van de overheid op de mooiste natuurplekken met weinig faciliteiten (enkel een toilet, met soms een wasbakje) voor een paar dollar. De eerste camping was gelijk schitterend gesitueerd aan een beekje met weidse uitzichten op bergen. Verder was de eerste avond wat behelpen. De tentstokken van onze tent waren de laatste dag in Australië door onbekende reden allebei doormidden gebroken. We dachten dat de eerste avond in Nieuw Zeeland wel te kunnen plakken. Werkte niet. Spalken met andere stokken; werkte iets beter, maar dit was geen lange termijn optie. Vervolgens wilden we onze eerste maaltijd bereiden, maar het bleek dat de verhuurmaatschappij vergeten was de gasfles in te pakken. De boodschappen voor een spagetti bolognese waren al ingeslagen en zonder koelkast wilden we dat wel graag diezelfde dag nog bereiden. Er werd een kampvuur gestookt en de pannen met water en gehakt werden opgezet. Het duurde even, maar uiteindelijk stond er een heerlijke pasta op de campingtafel. Wat een heerlijk leven, vonden ook Anton en Christa al was het wel even wennen voor ze.

Na een prima eerste nacht tourden we door. We kwamen langs Lake Tekapo, wat helder blauw afstak tegen de rotsen en bergen daaromheen. We konden de eerste sneeuwtoppen al zien en we konden het niet laten om met dat gezicht een duik in het meer te nemen. Dit diende tevens als douche, want we reden weer door naar een volgende doc camping. Na een erg mooie bergroute reden we door naar de voet van Mount Cook, de hoogste berg van Nieuw Zeeland. We stonden schitterend geparkeerd en ons tentje stak mooi oranje af tegen de witte bergen, al waaide het ook extreem hard. Zo hard dat 's nachts onze gespalkte stokken van de tent volledig doorbraken en de tent aan alle kanten naar binnen boog. Na deze onrustige nacht brak er een hele mooie wandeldag aan. In de ochtend liepen we een mooie makkelijke route door een vallei naar de hooker glacier. We kregen de eerste kilometers weer in de benen en ik kon mijn conditie sinds de minder fitte weken in Australie weer wat opbouwen. We liepen allemaal zo fijn dat we in de middag nog een andere route liepen, waar we uiteindelijk wat verder liepen dan verwacht, maar wel een mooi uitzicht kregen over een andere gletsjer.

De volgende dag bracht ons spaceship ons naar Dunedin. Een stadje aan de oostkust waar een grote chocoladefabriek van Cadbury staat. Laat dat nu net mijn favoriete chocolademerk zijn en dat er de mogelijkheid is om de fabriek te bezoeken. Die middag liepen we dus allen met de haarnetjes op door de fabriek. We kregen informatie over het chocoladeproces en we liepen langs verschillende delen van het productieproces. Anderhalf uur later liepen we met een tas gevuld met chocolade (en een grote glimlach) weer naar buiten. We zochten een camping met een gasbarbecue, waar we weer zoals we gewend waren in Australië de plaat volgooiden met vlees, groente en wedges.

De volgende ochtend struinden we door het stadje Dunedin, dat niet veel meer te bieden heeft dan een handvol mooie gebouwen. We kochten een nieuwe tent (waarvan we enkel de binnentent gingen gebruiken) en daarna bezochten we de steilste straat ter wereld. Terwijl we naar boven liepen bedacht Manuel dat hij wel een stravatijd wilde neerzetten op deze steile straat. Dus een paar minuten later zette hij de app aan en rent hij zonder enige voorbereiding de steile straat op. De app klokte daarmee de 6e tijd op het segment dat Manuel enigzins had onderschat en goed moest bijkomen. Na deze inspanning van Manuel begaven we ons naar het schiereiland naast het stadje. Otaga Peninsula heeft mooie natuur en daar profiteert ook het wildlife van. We maakten een mooie ronde met de auto en liepen af en toe een stukje en al snel zagen we vele vogelsoorten en zagen we de zeehonden door het water zwemmen.

Het schiereiland trekt ook de yellow-eyed pinguïns aan, die je in een soort reservaat kunt bezoeken waarbij je gegarandeerd deze grappige beesten kunt zien. Niet ons ding, om hier ook nog eens dik voor te betalen. Daarom zochten wij een ander strandje op waar we tegen de avond, gewapend met stokbrood en tapas, ons in de duinen installeerden. Als we geluk zouden hebben zouden we hier ook de pinguïns kunnen zien, zonder hokken en vele touristen. En dat hadden we. In de duinrand zagen we tijdens een kleine wandeling al 2 pinguïns en later zagen we zelfs een pinguïn vanuit de zee het land betreden en zich bij 2 andere pinguïns aansluiten. Verder lagen er ook nog eens zeeleeuwen uitgeblust op het strand, dus we keken onze ogen uit. Een bijzonder natuurspektakel.

De volgende dag staken we het Zuidereiland over van oost naar west, waar we aankwamen bij Te Anau. Na een nacht op een schitterende camping aan het gekijknamige meer (en het tweede lekke luchtbed) reden we via een route vol mooie uitzichtspunten naar Milford Sound. Deze schitterende fjorden zijn het grootste gedeelte van het jaar gehuld in een regenachtige mist, maar we hadden geluk en wij hadden stralend weer. Uitstekend voor een boottocht door deze fjorden, waar we in de middag opstapten. We voeren tussen de hoge rotswanden door en de wind waaide hard door de haren. We voeren tot open zee om weer om te keren, en we een ander zicht kregen op de watervallen en zonnende zeehonden. Aangezien hier geen supermarkten zijn waren we genoodzaakt uit eten te gaan, geen straf en nog lang geen backpackers leven.

Na een relaxte dag op de boot was het tijd dat we zelf weer in beweging kwamen. In de ochtend maakten we gezamenlijk een hike naar een mooi uitzichtspunt. Door de wind die over de bergen raasde was het wat fris, maar de uitzichten maakten waren het waard. Na zo'n 3 uur lopen waren we terug bij de auto en na de lunch stond er nog een wandeling gepland. We schrokken wat van het bordje bij het begin; de wandeling was enkel geschikt voor mensen met een goede conditie die beschikken over bergbeklimvaardigheden en specifiek navigatievaardigheden. Voor Anton en Christa reden om in het dal te blijven voor een wandeling, wij begonnen met het idee dat we altijd konden terugkeren. Er was geen duidelijk pad en dus soms lastig om de beste weg te vinden. Het was flink klimmen en er zaten best spannende stukken tussen, maar we zagen ook een schittterend stukje natuur. Een mooie waterval, met de voeten in de sneeuw en uiteindelijk werden we beloond met een schitterend panorama uitzicht waarbij we zelfs het begin van het Milford fjord konden zien.

In Queenstown, ook wel de adventure capital van Nieuw Zeeland genoemd, waar we de volgende dag naartoe reden, zochten we een activiteit uit. De hoogste bungeejump ter wereld hadden we beide in Zuid Afrika al gedaan, dus in Nieuw Zeeland werd het de hoogste Canyon swing ter wereld. We gingen voor een duo-swing en boven de Shotover canyon werden we in de tuigjes gehesen. We kozen voor de positie waarbij de met ons hoofd richting de canyon zouden zwaaien, omdat dat spectaculairder zou zijn. En dat was het zeker, na een korte vrije val suisden we de canyon door, super gaaf!

Via Wanaka, waar we ons in een multilevel doolhof stortten en ons verbaasden in de illusion rooms, reden we door naar de gletsjers. We besteedden twee dagen bij de Fox en Franz Josef gletsjers, waar we weer veel wandelden naar uitzichtspunten waar we de gletsjers over zagen gaan in het dichtbegroeide regenwoud en langs de kustlijn. Helaas was het weer wat druilerig geworden en werden we op de campings geteisterd door de sandflies. Deze flooien zaten overal en alle onbedekte plekken op ons lichaam werden aangevallen met vele rode jeukende bultjes tot gevolg. Het was op sommige plekken zo erg dat we niet stil wilden blijven zitten en met ons bord avondeten aan de wandel gingen. Tijd om door te reizen dus.

Via een schitterende kustroute waar rotspartijen uit de zee staken en we langs de Pancake rocks kwamen. Door de erosie door de jaren heen zijn de rotsen uitgeslepen waardoor je nu allemaal laagjes ziet, wat lijkt op een stapel pannenkoeken. De zee jaagt daar flink door heen waardoor je af en toe het water er tussendoor omhoog ziet spuwen. Daarna kwamen we aan bij het Abel Tasman National Park. We besloten de middag heerlijk op het mooie zandstrand aan de blauwe baai besteden, even lekker niks.

Uitgerust gingen we de volgende dag een wandeling door het gebied maken. Een mooie rondwandeling van ongeveer 20 km dat door de hoogteverschillen mooie uitzichten bood op de omliggende baaien. Met een heerlijk zonnetje en zonder sandflies liepen we afwisselend door de bossen en over het strand. Deze mooie dag sloten we 's avonds af met een barbecue aan de rivier. Via Nelson, waar we heerlijk lunchten in het gezellige centrum, reden we door de Marlborough Sounds, een fjorden landschap, in. We vonden weer een mooie camping en de volgende dag reden we naar Blenheim waar we werden verwacht bij Brancott, een wijnmerk waar Anton een afspraak had gemaakt. We kregen een helm op en een mountainbike toegewezen om vervolgens de wijnvelden in te rijden. We werden voorzien van veel informatie en bij de juiste wijnranken kregen we het bijbehorende wijntje te proeven, erg speciaal. Dit werd afgesloten met een zeer uitgebreide lunch.

De volgende dag gingen we op eigen initiatief nog langs de fabriek, waar we weer een rondleiding regelden en meer inzicht kregen in het productieproces van een grote wijn. De laatste avond op het zuidereiland sloten we af met een klassiek concert, omdat we dat nog nooit hadden meegemaakt, maar wat erg goed beviel. Een mooie afsluiting voordat we de volgende ochtend de boot naar het Noordereiland zouden nemen.

Voor foto's van het Zuidereiland (en inmiddels ook Australië): 

https://www.flickr.com/photos/101171706@N07/sets/