Het Noordereiland: nog steeds geen kiwi

2 maart 2014 - Auckland, Nieuw-Zeeland

Omgeven door bewolking verruilden we het Zuidereiland voor het Noordereiland van Nieuw Zeeland. Waar we bij de fjorden van Milford Sound dankzij een strak blauwe lucht een prachtig uitzicht hadden bleven we bij de fjorden van de Marlborough Sounds tijdens de boottocht naar het Noordereiland lekker binnen zitten.

Na een overtocht van ongeveer 3.5 uur kwamen we aan in de hoofdstad van Nieuw Zeeland, Wellington. Wellington adverteert de kleinste hoofdstad van de wereld te zijn, en met haar 100.000 inwoners komt het ook knus over. Het centrum is compact (hoe kan het ook anders) en in de middag scharrelen we wat rond door de leuke straatjes en over de kade die wel wat van de NDSM werf weg heeft. Het is wel even lekker om weer in 'stad' te zijn, vergeleken met het altijd rustige Zuidereiland. In de namiddag beginnen we langzaam aan het eerste deel van de oversteek richting het noorden van het eiland.

Waar we op het Zuidereiland grofweg langs de kust, met de klok mee reisden, steken we hier dwars over het midden omhoog. Het Noordereiland biedt andere natuur dan het Zuidereiland, en na een lange reisdag kwamen we aan bij het Tongariro National Park. Dit park staat bekend om haar vulkanen en hier zijn verscheidene mooie trekkingen te doen. Toen we aan het eind van de middag aankwamen raadde een lokale ranger ons aan om nog zoveel mogelijk van de goede weersomstandigheden van deze dag gebruik te maken, want het scheen een uitzonderlijk mooie dag te zijn. De volgende dagen zouden de vulkanen weer in bewolking gehuld zijn. Hierdoor besloten wij om rond 16u zo ver mogelijk de vulkaan op te lopen om zo nog wat van het prachtige uitzicht mee te pakken. We liepen over leuke paden door de lavastenen en hadden een mooi uitzicht op een grote actieve vulkaan, waar we via een korte klim wat dichterbij in de buurt kwamen.

De volgende dag bleek te ranger gelijk te krijgen. Maar hoewel het bewolkt was waren Manuel en ik vast besloten om de Tongariro trekking van 19.5km te volbrengen. Het was maar goed dat we de dag ervoor tot de laatste zonnestralen op de vulkaan gestaan hadden, want de eerste twee uur zagen we niks. Pas toen we bovenop de Red Crater liepen en we met windstoten van circa 45km/u bijna de krater in werden geblazen trok de lucht boven ons af en toe open. Daardoor kregen we telkens een glimp van het prachtige uitzicht, maar was het een stuk moeilijker om dit om camera vast te leggen. De tocht leidde ons verder langs turquoise kleurige vulkaan meertjes en rotsachtige valleien. Ondanks het zware weer was het toch een prachtige trekking. Vier en een half uur later stonden we, 19.5 kilometer en 800 hoogtemeters omhoog en aan de andere zijde 1000 meter naar beneden verder, op de andere parkeerplaats waar Anton en Christa ons weer kwamen oppikken.

Toen we moe maar voldaan de bergen uit kwamen lopen besloten we dat het eerst tijd was voor wat ontspanning. Waar vulkanen zijn, zijn ook vaak hot springs en het leek ons een goed idee om daar onze spiertjes wat herstel te geven. Met een aaneensluitende lunch van pannenkoeken aan lake Taupo gaven we de dag een goed vervolg. Zoals wel vaker hadden we aan het einde van de middag de tent langs een mooie rivier opgezet. Omdat lake Taupo bekend staat om haar forelvisserij besloten Manuel en Anton wat basis hengelinkopen te doen om er zelf een aan de haak te slaan. Het mocht ook allemaal niet teveel kosten dus werd er draad, haakjes en wat lood gehaald. Daar moest het wel mee te doen zijn. Immers, het materiaal maakt niet de visser. Na wat geklus met takken en het vismateriaal had ik als eerste een stekkie gevonden. Manuel dacht dat hij hem beter neer kon leggen, maar had het draad nog sneller in de boom. Het tweede tuigje dat ik daarna maakte legde ik goed weg en al gauw merkte Manuel op dat het topje van mijn hengel bewoog. Ik had beet! Bij het lichten van de hengel bleek het slechts om een kleintje te gaan, maar ik was wel de enige die iets gevangen had met onze provosorische hengels.

De volgende ochtend hebben we wat door Taupo rondgelopen en een kop koffie gedaan bij het water. Rond de middag reden we naar onze volgende camping in de buurt van Rotuara. We begaven ons nog steeds in vulkanisch gebied en na nog een wat teleurstellende vis namiddag (ondanks zwempogingen van Manuel om het haakje op de best mogelijk plek zelf in het water te brengen), maakten we ons de volgende ochtend op om de actieve thermische regio te bezoeken. We begonnen bij een enorme thermische modderpoel waar het modder door de gassen en temperatuur flink bubbelde. Vervolgens bezochten we een heet water geiser. Normaal gesproken komt er tussen de 24 en 26 uur een 'uitbarsting', waarbij het water tot 20 meter de lucht in spuwt. Om toeristen niet eindeloos te laten wachten hebben ze het enigzins gecontroleerd door (biologisch afbreekbaar) zeep toe te voegen. Hierdoor spuwt de geiser elke dag om kwart over 10 water naar buiten. Het zag er zeer indrukwekkend uit. Hierna liepen de de rest van het park in waar allemaal verschillende thermische bronnen zaten die door de verschillende mineralen de meest bijzondere kleuren krijgen.

Na een heerlijke lunch in het plaatsje Rotuara verdiepten Anton en Christa zich meer in de Maori cultuur en boekten Manuel en ik een excursie voor de volgende dag. We moesten ons de volgende ochtend om kwart voor 8 melden en kregen een wetsuit mee om de boot op te gaan. We gingen namelijk een dolfijnen excursie doen waarbij we ook deze beesten vanuit het water zouden bekijken. We waren nog maar net de haven uitgevaren toen we al de eerste drie dolfijnen spotten. Ze zwommen aan de boeg van de boot mee en we hadden super goed zicht op nog geen meter afstand. Omdat dit niet voldoende dolfijnen waren om mee te zwemmen voer de boot nog wat door waabij we in een grote groep terecht kwamen. We zagen ze aan alle kanten langs zwemmen en rondjes draaien onder water. We werden in groepen ingedeeld en met een snorkel op konden we achter de boot hangen om de dolfijnen ook onder je te zien doorzwemmen, super gaaf! Manuel en ik hebben zelfs twee keer achter de boot gehangen en vooral het moment dat ze met 8 dolfijnen onder je zwemmen was heel mooi om mee te maken. Nadat we 4 uur lang omgeven waren door dolfijnen voeren we terug naar de haven, terwijl we met de benen over boord zaten en we slechts op enkele centimeters van de dolfijnen verwijderd waren. Tussendoor maakten we idiote geluidjes en werd er geklapt omdat de dolfijnen dit leuk schijnen te vinden. Een beetje vreemd, maar zolang het hielp deden we het graag (uitgezonderd de mannelijk helft.). Toen we bijna terug in de haven waren stopte boot nog een paar keer voor zwemmende pinguïns die we tegen kwamen, wat een verrassing nog op het einde.

In de middag reden we door, de Coromadel Penisula in. De volgende ochtend wilden we op tijd bij de hot water beach zijn. Door de vulkanische activiteit onder dit strand kun je bij laag tij op een deel van het strand een gat graven waar heet water in ontstaat. We hadden geen schep meegenomen, maar door de grote toestroom van andere toeristen waren er al vele pools gegraven. We hadden de warmte iets onderschat en toen we het eerste pooltje waar we niemand in zagen zitten wilden confisqueren, sprong Manuel er van schrik weer net zo snel uit als hij erin was gegaan. Veel te heet, het komt blijkbaar erg precies. Gelukkig konden we even later een andere pool overnemen die goed op temperatuur was. Heerlijk badderen en vooral een bijzonder idee om zo op het strand te liggen. De ochtend bleven we op het strand waarna we via een mooie route doorreden langs baaien en door heuvels het coromandel landschap door.

In de buurt van Thames stonden we voor de laatste keer op een doc camping midden in de natuur. De volgende dag reden we namelijk door naar Auckland, de grootste stad van Nieuw Zeeland. In de middag gingen we de stad in, die leuk is maar weinig toeristiche hoogtepunten heeft. Daarom namen we al snel de ferry naar Devonport, 12 minuutjes varen verderop. Een gezellig schiereiland met galerieën, cafeetjes en antiekwinkeltjes waar we de rest van de middag doorbrachten. Na een nacht op een stadscamping maakten we ons spaceship schoon. Deze had flink wat stof gehapt op de gravelwegen en had inmiddels 5119 kilometer op de teller bijgeschreven. Reden voor een wasbeurt dus. Hierna leverden we de auto in en gingen we na een lunch aan het waterfront van Auckland voor de laatste twee nachten met z'n allen naar het eiland Waiheke, een dik half uur varen vanaf Auckland. Een echt vakantie eiland waar we in een backpackers hostel sliepen.

In de middag relaxten we wat aan het strand en we sloten de dag af met een barbecue bij het hostel. De volgende dag deden we onze eigen 'hapjes en drankjes' tour over het eiland. We deden dit te voet. We begonnen bij een zaterdagmarktje waar we koffie met een oliebol en appelflap aten aan picknicktafels tussen de kraampjes in (toevallig was er een kraampje met deze Nederlandse lekkernij). Verder kochten we weer wat tweedehands boeken. We liepen daarna weer wat verder totdat we een wijnboerderij tegen kwamen. Waiheke is erg geschikt voor de wijnbouw, waardoor je er vele wijnboerderijen vindt. Dit was een klein gemoedelijk wijnbedrijfje waar we 5 wijnen gingen proeven. Bij elke wijn kregen we een mooie uitleg en tussendoor namen we een kaasje en olijfje. Onze volgende stop was wederom bij een wijnbedrijf, echter was deze wat groter. De sfeer was volledig in het Spaans, inclusief de tapas die ze serveerden. We hebben er heerlijk zittend in het gras genoten van de wijnen. Na nog een biertje en smoothie aan het strand gevolgd door een wandeling en nog een wijntje, sloten we de dag af met een heerlijk diner.

De volgende ochtend pakten we op tijd de boot terug naar Auckland waar we afscheid namen van Anton en Christa en zelf nog een dag te besteden hadden (shoppen zonder wat te kopen en een bezoek aan het art museum) voordat we ook zelf het vliegtuig zouden pakken. Wij echter in oostelijke richting, voor een weekje Frans Polynesië. 

http://www.flickr.com/photos/101171706@N07/sets/