Authentieke stadjes, parelwitte stranden en een dikke sigaar

12 oktober 2014 - Sancti Spíritus, Cuba

Ouderwetse lada's en klassieke Amerikaanse wagens kwamen met een aardige snelheid langs ons rijden terwijl we door de authentieke straatjes liepen van Santiago de Cuba. We roken de muffe sigarenlucht en zagen in de middag al enkele mannen flinke scheuten rum drinken. Aan het begin van de avond namen wij ook onze eerste drankjes. Samen met Youri en Ivanka (de Nederlanders die we al vaker tegenkwamen op reis) proosten we op Cuba waar we samen met hun nog drie weken in zouden reizen in een gehuurde auto.

Die middag waren we met een klein propellervliegtuigje vanuit Jamaica naar Cuba gevlogen. Het bood plaats aan 44 personen, maar inclusief personeel zaten we er met maar elf personen in. Je zou denken dat de douaneformaliteiten dan erg snel gaan, maar blijkbaar hadden ze het op ons gemunt. Na wat algemene vragen mocht ik als eerste mijn daypack helemaal uitpakken. Tot en met de inhoud van de portemonnee, alles werd gecheckt. Vervolgens moesten we naar een speciale ruimte met alle bagage waar een drugshond kwam snuffelen. Ondanks dat de hond niks vond moesten de tassen opnieuw door de scanner. Ditmaal mocht Manuel zijn hele grote backpack uitpakken. Deze is met de maanden voller geworden en dus vrij vervelend als alles eruit moet, maar vooral om alles er weer in te krijgen. Vooral de koffie die wij hadden meegenomen uit Jamaica werd helemaal platgedrukt door de douanebeamte en eigenlijk wilde hij het open maken, maar wij wilden ons souvenir natuurlijk niet afstaan en protesteerden. Gelukkig werd het uiteindelijk goedgegekeurd en mochten wij dan toch Cuba in.

De volgende ochtend werden we wakker in onze prachtige casa particular (een kamer die bij een Cubaan thuis wordt aangeboden, een soort B&B) en kregen we een super uitgebreid ontbijt. Daarna gingen we samen met Youri en Ivanka langs bij de autoverhuur, allen nog wat sloom omdat we de vorige avond hadden ontdekt dat je voor 30 dollarcent een glas rum in de barretjes kunt drinken. Na de formaliteiten deden Manuel en ik nog een rondje door Santiago. We zagen de mooie koloniale panden en de typische Cubaanse mensen waarbij de vrouwen rondlopen met krulspelden in het haar en vele mannen met een stompje sigaar in hun mond. Na een goede eerste indruk van Cuba reden we in de middag in onze rode Geely (met behoorlijk wat beschadigingen) de stad uit.

We reden over vrij goede wegen en kwamen weinig verkeer tegen. In de kleine dorpjes waar we doorheen reden zagen we ossen het land ploegen en paard en wagen dienen als taxi om mensen te vervoeren. De tegenliggers bestonden vooral uit vrachtwagens vol mensen en oude auto's die flinke zwarte uitlaatdampen produceerden, we hadden het gevoel dat we terug in de tijd reden. Onderweg stonden overal Cubanen te liften en het is gebruikelijk onder de bevolking om elkaar mee te nemen, dus wij deden daar aan mee. We namen regelmatig een lifter mee, die zich naast Ivanka en mij zich op de achterbank moest proppen.

Tegen de avond kwamen we aan in Baracoa, het meest oostelijke plaatsje van Cuba en één van de vermeende plekken waar Colombus in 1492 geland zou zijn. We vonden een fijne casa particular waar ze twee kamers hadden en we een mooie prijs konden onderhandelen. We hadden van te voren gelezen en gehoord dat Cuba erg duur is, maar voor 15 dollar hadden we een kamer inclusief ontbijt. Voor het avondeten betaal je tussen de 3 en 7 dollar en de drank is zo ongeveer gratis, dus we hadden niks te klagen.

De volgende dag maakten we een wandeling langs het strand en liepen we een klein nationaal park in. Onderweg werden we door een local gevraagd of we een kokosnoot wilden en zo klom er een Cubaan metershoog een palmboom in om er wat kokosnoten uit te slaan, verser kan niet. We hoefden er niet voor te betalen, maar kochten wel twee repen coco-choco die in een klein fabriekje verderop werden gemaakt. We liepen door, over een krakkemikkige brug de heuvels in waar we een mooi uitzicht hadden over de zee en de omgeving. Door de brandende zon gutste het zweet van onze lichamen. Bij een klein boerderijtje aten we nog passievruchten, kochten we wat kleine rumglaasjes en kregen we nog uitleg over koffie-, cacau- en andersoortige planten die in de omgeving groeien. Na de prachtige wandeling hadden we nog een paar uurtjes voordat de zon onder ging die we bij een strandje 20 kilometer van het stadje vandaan besteedden. In de avond aten we een gerecht uit de regio, vis met een speciale kokossaus. Volgens Manuel de beste vis die hij op reis gegeten heeft. De regio staat duidelijk bekend om de kokos.

In de buurt van Baracoa ligt nog een nationaal park, genaamd Alexander von Humboldt. Dit park mochten we alleen bezoeken met een gids. De wandeling was helaas niet spectaculair, maar de gids toonde ons wel, na lang zoeken en graven, de kleinste kikker ter wereld. Ook kwamen we nog mooie vogels tegen en namen we een verfrissende duik in een klein riviertje. In de middag reden we verder, over onverharde wegen met veel gaten en hobbels naar Guardalavaca. Delen van deze route waren lastig begaanbaar wat erg lastig bleek voor onze Geely, maar gelukkig werden ze afgewisseld met goede stukken. Onderweg stopten we nog voor een snelle lunch in Moa, de industriestad van Cuba, die we betaalden met de lokale munt. Normaal gesproken betalen we als toeristen met de toeristenmunt, maar bij locale tentjes (vooral simpele restaurantjes) kunnen we met de lokale munt betalen, de Moneda Nacional. 25 Moneda Nacional staat gelijk aan 1 CUC (toeristenmunt), die gelijkwaardig is aan 1 US dollar. Waar vroeger deze twee muntsoorten strikt gescheiden werden gehanteerd, kunnen nu beiden (lokale mensen en toeristen) bij verschillende gelegenheden met beide muntsoorten betalen. Hierdoor konden wij met 4 personen broodjes eten voor minder dan een euro.

Guardalavaca is een dorp waar de kustlijn is volgebouwd met resorts. Gelukkig staan er ook nog wat flats waar de casa particulars zich bevinden. Het had wel wat weg van de Bijlmer, maar we waren blij dat we een plek hadden gevonden dat binnen ons budget lag en het was binnen keurig voor elkaar. We kwamen er achter dat het voor casa's verplicht is om een kamer te bieden met airco, een warme douche, een goed bed en handdoeken. Allemaal luxe voor backpackers. De volgende dag trokken we de bikini's en zwembroeken aan en bezochten we twee prachtige stranden. Als uit een reisbrochure, zagen we parelwit strand en een onwerkelijk mooie blauwe zee. Dat er een klein buitje langskwam kon de pret niet drukken, wij lagen heerlijk in de zon (en schaduw) en snorkelden door het water.

In de avond reden we nog een kleine 50 kilometer door en vonden we, na een lange zoektocht, twee verschillende casa's in Holguin. We konden geen geschikte casa particular vinden met twee kamers, dus Youri en Ivanka sliepen twee straten verderop. We aten voor weinig geld (lokaal geld) in een super luxe restaurant waar we een super groot bord garnalen kregen en ze zelfs toetjes op de kaart hadden staan. We vonden Holguin niet de moeite waard om te blijven, dus na in de ochtend enkel het uitzichtspunt over de stad te hebben bezocht reden we door naar Santa Lucia. Daar vonden we een prachtige casa grenzend aan de zee en in de middag relaxten we op het strand nadat we geen lunch konden vinden en we uiteindelijk een magnetron pizza en een koude voorverpakte hamburger aten. Manuel spotte tijdens het snorkelen nog een grote barracuda en drie lion fishes wat een voorbode voor de volgende dag bleek te zijn.

De ochtend daarna begon voor Manuel en mij relatief vroeg. Cuba staat naast authentieke stadjes, sigaren en oude auto's ook bekend om haar extreem goede duikomstandigheden. Dus gingen wij voor het eerst een wrakduik maken. Het eerste deel van de duik kwamen we lang een prachtige koraalmuur en het tweede deel van de duik kwamen we langs het gezonken schip waar we langs, over en zelfs door konden zwemmen, een super leuke ervaring en een relaxte duik. Onze duikgids probeerde ons nog over te halen voor de duik met de bullsharks, maar aangezien die worden gevoerd onder water wilden we daar niet mee duiken omdat daardoor het migratieproces van de haaien ernstig verstoord is. De middag brachten we nog door aan een strandje grenzend aan een resort, maar omdat het laagseizoen is was het daardoor bijna verlaten, wat ons natuurlijk maar al te goed uitkwam.

Na alle prachtige stranddagen waren we weer toe aan een stad. Camagüey, een stad vol kleine straatjes zonder logica en allemaal eenrichtingsverkeer waardoor het een waar doolhof was voor de auto's klonk als een mooie uitdaging. We waren al eens eerder aangehouden door de politie omdat we zonder het door te hebben een verkeerde richting in waren gereden, dus we deden extra ons best om vooral netjes te rijden, waardoor het zoeken naar de juiste straat bijna onmogelijk leek. Het hielp ook niet bepaald dat straten twee namen hebben die door elkaar gebruikt worden. Na wat frustratie omdat een Cubaan op een fietstaxi ons voorging maar ons bij een totaal verkeerde casa afzette (let op de dubbele betekenis) om daar zelf commissie voor op te strijken, besloten we een willekeurige andere te vinden wat gelukkig snel lukte.

Camagüey is een stad te zijn met een wirwar van straatjes, vele pleintjes en kerkjes. We bezochten nog een marktje waar slechts 5 van de 50 marktkramen bezet waren, wat gelijk typerend is voor Cuba. Er is over het algemeen niet veel variatie qua aanbod, zoals we ook al in de kleine luxe supermarktjes voor de rijkere Cubanen zagen. Er is bijvoorbeeld altijd rum (Havana club, ron Santiago de Cuba etc) verkrijgbaar, maar water is al een stuk lastiger. Verder hebben ze olijven, verpakte zeep en nog 5 producten wat het aanbod completeert. De zeep is daarmee ook gelijk een luxe product (wordt verkocht in toeristengeld) en daardoor kom je ook regelmatig Cubanen tegen op straat die de toeristen vragen of ze zeep mogen hebben. Typerend voor Cuba is ook de sigaar, al zien we die op drukke plekken in het centrum niet, maar zodra we wat straatjes inlopen in de rustigere wijkjes zien we opeens vele mannen met een dikke sigaar in hun mond.

Na een heerlijke dag in het authentieke Camagüey rond gedwaald te hebben vertrokken we de volgende ochtend naar Cayo Guillermo. We waren echter de stad nog niet uit, toen er wat mensen naar onze auto wezen. Het bleek dat onze Geely een platte band had. We konden geen garage vinden, dus we moesten de band verwisselen. Terwijl we auto aan de kant zetten, waren er al twee Cubanen begonnen om dit spontaan op zich te nemen. In een recordtijd hadden ze een nieuwe band onder de auto gezet en konden we verder rijden. Om ze te bedanken voor de snelle hulp gaven we een halve fles Havana Club die we van vorige avond nog over hadden. Cayo Guilermo is een eiland dat met een brug aan Cayo Coco vast zit dat weer met een soort afsluitdijk van 27 kilometer aan het vaste land is vast gemaakt. We maakten er anderhalve dag van aan verschillende strandjes waar we wat lazen, snorkelden, strandwandelingen maakten en vooral veel prachtige foto's schoten.

Na strandtijd komt weer stedentijd, en we wilden naar Trinidad rijden. Aan bet einde van de middag stapten we weer in de Rode Duivel en reden we weg van de cayo's, maar met een steeds meer haperende auto. Inmiddels was gebleken dat het onbekende Chinese merk Geely boven de 60 kilometer per uur een zeer onstabiele wegligging had, kon er nog maar 1 deur van buiten open, hadden we geen reserveband meer en begon de versnellingsbak er mee op te houden. Het werd zo erg dat de versnellingsbak een enorm luid geluid (denk aan rammelende blikjes achter een trouwwagen) produceerde wanneer die in z'n 1 tot en met 4 stond, waardoor alleen de 5 een optie was maar deze versnelling er om de 20 seconden uit schoot. Inmiddels werd het donker en de weg heuveliger, waardoor we wel doorhadden dat de auto het niet zou halen tot Trinidad...

Wordt vervolgd

Voor foto's van onze tijd in Cuba klik op de volgende link https://www.flickr.com/photos/101171706@N07/sets/

English highlights

In a plane fitting 44 people but containing only 11 people (including crew) we flew into Santiago de Cuba leaving the tropical paradise of Jamaica behind us.

It seemed that Santiago isn't the point of entry for many foreigners since we were one of the few to enter. And, coming from Jamaica, they had all the time in the world to turn us and our luggage inside out. When we finally got clearance we chartered an old Lada speeding us to downtown Santiago where we met with our friends from Ecuador/Colombia, Youri and Ivanka.

The four of us had agreed to hire a car and and travel together over the island. The next afternoon we picked up our Chinese red Geely and drove to Baracoa, on the far eastern side of the island. In Baracoa we visited some beaches and two beautiful national parks with great look outs over one of the the bays where Colombus supposedly arrived in 1492.

We decided on a city-beach-city plan and headed over terrible roads to Guardalavaca, one of the many beach resort towns in Cuba. We nestled between the resorts on a quiet place on the beach and enjoyed some relaxing.

A second day on another beach further up north at Santa Lucia we saw flamingos for the first time at a lagoon next to our casa particular. Up there we did a wreck dive off the coast and enjoyed some time more at the beach.

A short drive from Santa Lucia is the city of Camaguey. A maze of little streets with horse and carts, cyclists and American cars bustling around. We walked around and enjoyed ourselves in this easygoing town with a real Cuban feel.

Beach-city-beach, so from Camaguey we headed a long drive north to Cayo Guillermo. Cayo meaning island, we drove over a long dyke connecting the Archipelo de Jardins to the Cuban mainland, to one of the most beautiful stretches of beach we have ever seen. We ended up staying two days relaxing under palm trees and snorkeling in the cristal clear blue waters.

Remoteness comes with a price. When we drove back form the cayo's to Trinidad we ended up having car trouble. On our way from Guardalavaca to Camaguey we already had to change flat tyre which two friendly Cubans changed in exchange for a half bottle of rum, but now our gearbox started making strange noises and we stranded 85% on the way to Trinidad in the little town called Sancti Spiritus.

For photo's of our time in Cuba click on the following link
https://www.flickr.com/photos/101171706@N07/sets/