Peru: prachtig en lastig

20 juli 2014 - Lima, Peru

Nadat we eerst dachten dat onze bus bij de Bolivia-Peru grensovergang er met onze backpacks voorgoed vandoor was gegaan (ja, dat is al eens eerder gebeurd bij mede backpackers) kwam die van ons gelukkig na 20 minuten wachten opdagen. Waarschijnlijk hadden de chauffeurs even wat tijd nodig om onze backpacks op waardevolle spullen te controleren. Zo hobbelden we Peru binnen, en zoals zo vaak in Zuid Amerika rijden de nachtbussen zo op tijd dat ze altijd rond 5u in de ochtend de busterminal binnen rollen. Gelukkig hadden we snel een semi betrouwbare taxi geregeld die na drie keer verkeerd rijden ons bij een hostel in Cusco afleverde. Dit bleek later een familiehostel te zijn, maar het was ons om het even.

Cusco is de oude hoofdstad van de Inca's waar de vloeren en muren van goud schenen te zijn. Letterlijk een goudmijn voor de Spanjaarden toen die in 1535 binnen vielen. Binnen no time werden de Inca's verdreven, haalden de Spanjaarden de heilige tempels en andere gebouwen neer en bouwden ze katholieke kerken op de funderingen die ooit door de Inca's gelegd zijn. Op diverse plekken in de stad is dat nog goed te zien. Cusco is nu een stad met veel koloniale gebouwen, veel lokale mensen in traditionele kledij en classy, dure hotels en cafe'tjes. Cusco is naast een mix van moderne en koloniale gebouwen ook dé uitvalsbasis voor een bezoek aan één van de zeven wereldwonderen te weten, Machu Picchu.

Er zijn verschillende manieren om Machu Picchu te bezoeken. Velen gaan voor een dagtrip met de trein. Maar je kan er ook heen hiken. De officiële Inca trail is meer dan 6 maanden van te voren volgeboekt en kost 500 euro. Gelukkig bestaat er een alternatief. De Salkantay trekking duurt 5 dagen, gaat over een pas van 4700 meter en brengt ons óók naar deze verloren stad, voor een fractie van die prijs. Maar met de aftrap van het WK voetbal in het achterhoofd was het plannen wanneer we met de trek zouden beginnen om geen wedstrijden van het Nederlands Elftal te missen. De ochtend na onze aankomst in Cusco gingen we gelijk prijzen van touragencies vergelijken. Er lijken wel 1001 aanbieders te zitten en velen proberen je te bedonderen. Gelukkig vonden we een aanbieder voor een redelijke prijs en konden we gelijk de volgende dag vertrekken. Die middag speelde Nederland haar openingswedstrijd tegen Spanje en er zaten precies 5 dagen tussen de wedstrijden in zodat we Nederland - Australië bij Machu Picchu konden bekijken.

De volgende ochtend om half 4 wakker schrokken we wakker. Onze gids was er al en blijkbaar was de vertrektijd een uurtje vervroegd zonder ons te informeren. Helaas voelden we ons beiden niet zo fit. We zaten in een groep met 14 anderen, wat Amerikanen, Engelsen, Fransen en wij. Al met al erg gezellig, ware het niet dat wij vaker naar mogelijke diarreeplekken in de natuur aan het speuren waren dan dat we gezellig mee kletsten. Gelukkig knapte Manuel na 1 dag op. Helaas bleef ik de overige vier dagen ziek en moest ik mijzelf de dagen door slepen. De eerste dag liepen we naar een kamp vlak voor de pas van de Salkantay. Hier werden onze tenten voor ons opgezet en was het op een hoogte van zo'n 3000 meter vrij koud, maar sinds het kamperen in Bolivia waren we gelukkig wel wat gewend.

De tweede dag was het vroeg op, maar gelukkig werden we gewekt met een kopje cocathee. We gingen de pas over en moesten zo'n 1000 meter stijgen. We kregen tussen de wolken door uitzicht op de piek van de Salkantay, een heilige berg die voor de Inca's werd gezien als beschermer. Op dag 3 liepen we inmiddels een stuk lager en ging de tocht verder door de jungle. We kregen tussendoor uitleg over de planten en bomen die we onderweg tegen kwamen. Na de lunch namen we een bus, waar niet onderuit te komen was. Wat ons betreft valsspelen, maar blijkbaar de normale gang van zaken. In de middag vertrok de groep naar de hotsprings, maar wij gingen niet mee. Ik dook de tent in en Manuel vermaakte zich in het dorpje met een potje voetbal met de lokale jongeren.

Op dag vier liepen we een mooie route langs een oude spoorlijn dwars door de jungle. We vingen ook de eerste glimp op van Machu Picchu, dat we in de middag nog beter gingen bekijken. Vanuit het dorpje aan de voet van Machu Picchu beklommen we een (vrij onbekende) berg. In ruim een uur moesten we bijna 1000 meter stijgen, op sommige plekken met behulp van ladders van wel 35 meter hoog. Zonder veiligheids maatregelen was het noodzaak om de handen en voeten goed neer te zetten. Dit ging gelukkig vrij soepel, al miste er af en toe een sport wat voor wat extra zweetdruppels zorgde. Maar een ontzettend mooi uitzicht op Machu Picchu volgde, wat we niet vaak op andere plaatjes en anderen hadden gezien.

Met zonsopgang de volgende ochtend stonden we na een klim vanuit het dorpje dan daadwerkelijk in Machu Picchu en konden we alles van dichtbij bewonderen. De gids gaf een twee uur durende rondleiding, waarna we Machu Picchu mountain beklommen wat weer voor een ander perspectief zorgde. Daarna gingen we even de poort uit, om bij de enige bar de kunsten van het Nederlands elftal te bekijken. Na de wedstrijd gingen we weer naar binnen en vermaakten ons nog de hele middag. In de avond vertrokken we met de trein terug naar Cusco.

In Cusco aangekomen bleef ik een dagje in bed om weer aan te sterken en keek Manuel voetbal. Ook regelden we een tourtje voor de dag erna. We zijn niet zo'n fan van een georganiseerd bustourtje, maar het was een goede oplossing om wel wat te doen, dat geen energie kostte. We bezochten nog meer Incaplekken, onder andere een groot rond stadionachtig gelaagde stuk grond dat gebruikt werd als test grond voor nieuwe landbouwgewassen. Erg inventief, evenals de zoutbaden waar de Inca's ontdekten dat ze zout uit de waterstromen konden winnen.

Na Cusco was het tijd om door de reizen, richting de Colca canyon. Naar het schijnt de diepste canyon ter wereld, al is dat niet goed te zien. Wel is nog goed te zien hoe de bewoners van nu de mooi verdeelde kaveltjes van de Inca's in stand hebben weten te houden. In plaats van een trekking wat de meeste touristen doen, deden wij rustig aan en bezochten op eigen houtje wat kleine dorpjes in de canyon, gingen langs het condor uitzichtpunt (erg indrukwekkend), relaxten we in hot springs en genoten vanaf het dakterras van ons hostel van de uitzichten en de happy hour(s).

Na de colca canyon verplaatsten we ons met de nachtbus naar Huancachina. Omdat wij niet in de 3 keer zo dure luxe touristenbussen willen zitten, verplaatsten wij ons met de lokale nachtbus. Ook prima stoelen, echter werden we wel drie keer gewaarschuwd voor diefstal. Dus met alle onmisbare waardevolle spullen tegen ons lichaam en de rest in de tas die we een slot vastmaakten aan onze stoel reisden we erg goedkoop, al sliepen we iets onrustiger. Huancachina is een oasestadje in de woestijn. Omgeven door zandduinen bevindt zich een meertje met daaromheen allemaal restaurantjes en hostels.

We besloten twee dagen te blijven waarbij we de eerste dag het oase stadje uitgingen om in de naastgelegen stad Ica wat wijn-en piscoboerderijtjes te bezoeken. In plaats van de vele tours kozen we zelf wat plekken uit waar we met de goedkope taxi's heen reden. De eerste twee stops waren bij traditionele wijn- en piscomakerijen. Er komt geen machine aan te pas. Druiven worden nog gestampt met de voeten en het bewaarproces is kort en is in stenen kruiken. De traditionele wijn bleek mier- en mierzoet, dit gold voor de rode en witte wijn. We konden het eigenlijk geen wijn noemen. De pisco was vooral heel sterk en heel veel; ze schonken veel in, vulden veel bij en lieten veel verschillende soorten proeven. En eigenlijk is het, zonder het te mixen, niet lekker. Gelukkig hadden ze bij de laatste wijnmakerij moderene middelen en maakten ze wel droge wijn, al is het niet vol van smaak. Uiteraard hadden ze daar ook weer de shotjes pisco voor ons klaargezet en een beetje wiebelig besloten we daarna om weer naar het oase stadje terug te keren. Voor de zonsondergang klommen we nog de zandduinen op, vergezeld door een fles bubbels die we die middag hadden gekocht. Na een mooi uitzicht was de weg terug een stuk lastiger.

Op dag twee wilde de zon zich niet laten zien, en besloten we niet de woestijn in te gaan. Omdat we wel door wilden reizen, maar toch nog wat woestijn wilden zien mét zon gingen we naar Paracas. Dit plaatsje ligt aan de kust waar de woestijn over gaat in de zee. De woestijn was niet te missen want bij aankomst waren we beland in een heuse woestijnstorm. Overal zand en stofdeeltjes waardoor je je ogen nauwelijks kon openen en niet wilde praten om maar geen zand binnen te krijgen. We bleven dus vooral binnen. De volgende ochtend maakten we een boottour waarbij we metersgrote inkervingen uit de nasca tijd zagen in de duinen en we zeeleeuwen, bijzondere vogels en pinguins spotten op wat eilandjes. In de middag gingen we de kurkdroge woestijn in en kwamen we langs mooie uitzichtspunten en konden we flamingo's nog aan ons dierenlijstje toevoegen.

Paracas staat ook bekend als goede kitespot, dus Manuel heeft ook nog geprobeerd om wat de kiten, echter was de wind na de woestijnstorm verdwenen en kon hij het water helaas niet op. Vanuit de woestijn vertrokken we naar de hoofdstad Lima, wat weer erg modern was. Geen traditioneel geklede locals meer die het straatbeeld vormen, maar flatgebouwen, de Mac Donalds en moderne winkels. Maar een grote stad betekent ook meer Nederlanders, wat goed uit kwam voor de wedstrijd Nederland-Mexico. We kwamen terecht in een restaurant-bar, te weten een Mexicaans restaurant met een Nederlandse bar. Beneden zaten de Mexicanen, boven de Nederlanders. Het was oranje, helemaal volgepakt en ze serveerden broodjes kroket: wat ons na 11 maanden erg gelukkig maakte. Drie filmploegen legden de Hollandse gekte vast, maar dit is op youtube net niet zo'n grote hit geworden als de oranjegekte op de grote markt in Groningen.

In de middag (de meeste wedstrijden waren voor ons om 11 uur 's ochtends), liepen we rond door het historisch centrum. Over mooie pleinen, langs statige gebouwen en we gingen mee met een rondleiding door de San Fransiscus Kerk en bezochten de grafkelders. Voor honderden jaren lang was dit de enige begraafplek van de hele stad, en het ligt dus vol botten en beenderen, erg apart. Na nog het bezoeken van een duizenden jaren oude ruïne midden in de stad en de nodige koffie'tje, taartjes en ijsje (even genieten van de westerse kwaliteit en we konden wel wat calorieën gebruiken), namen we weer een nachtbus.

De volgende ochtend werden we wakker in Huarez. De uitvalsbasis voor trekkingen in de Cordillera Blanca met vele toppen boven de 6000 meter. Echter wilden we wat meer 'het echte niet touristische Peru zien', wat achteraf een niet al te handige keuze bleek. We reden door naar een klein dorpje van waaruit we twee dag wandelingen gingen doen. Maar als er geen toeristen zijn en je naar het beginpunt van de wandeling wil, waar geen bussen rijden, moet je een taxi regelen voor een dag. Niet heel goedkoop en we dachten dat 30km verderop zo bereikt zou zijn. Maar als dit door de bergen over hele slechte zandwegen gaat duurt het gerust bijna 3 uur. Daarbij kreeg ik de eerste wandeling last van hoogteziekte en werd Manuel bij de tweede wandeling ziek (de inmiddels welbekende aanhoudende diaree waar zelfs diareeremmers niet bij werken). Ondanks dat we nog wat meer hikes gepland hadden, besloten we het er maar bij te houden.

Het leek een goed idee om nog wat sightseeing vanuit de bus te doen. We hadden de route in ons hoofd en er scheen een bus te gaan. En zoals vaker in Peru gebeurde wisten we heel goed wat de bus zou moeten kosten, maar nemen ze alleen touristen mee voor 1,5x de prijs. Hoe minder toeristen, hoe meer we bedonderd werden. Maar we gingen de bergpas over. Na 4 uur heftig hobbelen (geen enkele asfaltweg), stopte het busje. 'Ik ga terug, voor jullie is het nog 3 uur door de bergen lopen tot de volgende bus' zei de chauffeur. Met onze back- en daypacks was dit geen optie. Een vriendje van de chauffeur wilde ons wel verder brengen, een half uurtje met de auto naar een nieuwe weg, 'kost maar 25 euro'. Normaal gesproken is 2,5 euro al veel. Uiteraard wilden we hier niet aan mee werken en begonnen we te liften. Zoals al vaker geprobeerd, ze nemen ons in Peru nooit mee.

Totdat er een ambulance stopte. We mochten wel mee rijden. Dus samen met twee locals hobbelden we verder achterin de ambulance, wel bijzonder vervoer. Door de bochtige bergwegen en het gebrek aan ramen best misselijkmakend, en helemaal toen een local het niet meer binnen kon houden. Gelukkig werden we snel afgezet bij een nieuwe zanderige hobbelweg waar bussen langs schenen te komen en we hoefden de chauffeur niks te betalen (yes, er bestaan dus toch aardige Peruanen). Er bleek daadwerkelijk een bus langs te komen, een uur tot het volgende dorp. Daar bleek weer een andere bus te gaan naar de plek waar we naar toe wilden (en wat we aan het begin van de dag dachten met slechts 2 bussen in een veel kortere tijd konden bereiken). De laatste bus bleek nog 4 uur onwijs hard over de zandpaden te stuiteren over wegen die niet onderdeden voor de death road uit Bolivia. Wat waren we blij dat we er uiteindelijk 's avonds waren en er een fijne kamer was met eigen badkamer (een must met diarree). We besloten gelijk niet meer van de gebaande en geasfalteerde wegen af te wijken.

De volgende dag bezochten we in Chavin ruines waar eigenlijk geen toerist naar omkijkt, maar wat wel erg bijzonder was. We liepen dan ook als enige door het complex, waar nog steeds veel op- en uitgegraven werd. In de middag namen we de bus naar Huarez en gooiden we ook onze andere plannen om. In plaats van met de bus verder te reizen en een 3daagse boottour naar de Amazone te nemen, besloten we dat we gelijk iets anders wilden. Dus een nachtbus terug naar Lima waar we gelijk een vlucht namen naar Iquitos, een stad midden in de Amazone slechts bereikbaar met vliegtuig of boot. De warmte kwam ons gelijk tegemoet toen we het vliegtuig uit stapten, daar waren we echt even aan toe.

In het stadje, een heerlijke tropische chaos, gooiden we er nog een antibioticakuur tegenaan voor Manuel en boekten we een jungletour. In plaats van de standaardtour in junglechalets en waarbij je vooral langs plekken komt waar de dieren gewend zijn aan mensen, besloten we de adventure tour te nemen. We gingen kamperen in de amazone. Met een bootje werden we op dag 1 dieper de jungle in gevaren. We kwamen terecht in een klein lokaal dorpje, zonder elektriciteit en stromend water. In plaats van katten en honden als huisdier hadden ze daar een luiaard, normaalste zaak van de wereld. Niet voor ons natuurlijk, maar ik kon het niet laten om dit grappige beest te knuffelen. We vervolgden onze trip met nog een ander bootje en een extra gids. Deze slechts 13jarige jongen, voor wie dat deel van de jungle z'n achtertuin was, zou ons de weg wijzen. We legden willekeurig ergens ons bootje aan en tussen de bomen in was het de bedoeling dat we het kamp gingen opslaan. Manuel maakte ruimte door met een manchete takken weg te slaan, waarna we het kamp opzetten.

Nadat we (een erg simpele) lunch hadden bereid op een kampvuur gingen door de jungle wandelen. Onze 13jarige gids voorop. Als snel zagen we de mooiste vogels, een luiaard, een slang en reuzen kikkers. Ook in het donker of in de hevige regenbuien liepen we gewoon verder. De twee dagen daarna werd er nog gevist (anders hadden we geen eten) en veel meer gewandeld en zagen we nog vele apen, de meest vreemde vogels, vogelspinnen, roze rivierdolfijnen, neusbeertjes, leguanen en veel gekke grote insecten. Na terugkomst konden we ook goed zien wat de muggen ondanks veel deet-en en lange mouwen en broeken hadden aangericht. Het leek wel alsof we de waterpokken hadden, we zaten er helemaal onder.

Na nog een dag in het gezellige stadje en we Nederland zagen verliezen van Argentinië wilden we alsnog de bootreis over de rivieren door de Amazone maken. Een echte budgettrip, meevaren op een vrachtboot waarbij je zelf een hangmat mee moet nemen om op het overkapte dek in te slapen. We boekten in de ochtend een goedkoop kaartje in de meest ongure haven die we ooit hebben gezien. Overal afval, stank, schreeuwende mensen en veel schepen die hadden aangelegd, half op het zand door het ontbreken van een kade.

In de middag installeerden we ons. We hingen de hangmatten op, en legden onze backpacks en vele meegebrachte eten en drinken er onder. Er kwamen meer mensen op de boot maar de boot vertrok maar niet. Toen iedereen ineens rond een uur of 7 de spullen begon op de pakken, vroegen we de kapitein wat er aan de hand was. De boot bleek niet te vetrekken en misschien de dag erna wel, of niet. Dus wij besloten ook te verplaatsen naar een boot die wel ging vertrekken. Er was niemand van de bemanning of kaartverkoop nog te bekennen om geld terug te vragen. Met de nieuwe boot die elk moment kon vertrekken rende Manuel nog de straatjes in om in de kantoortjes geld terug te krijgen, maar ze hadden de deuren op slot gedaan terwijl ze er wel waren. We waren opgelicht door te betalen voor een boot die niet of nooit zou vertrekken.

Op datzelfde moment ging de scheepshoorn, de boot ging vertrekken. Ik sprintte de boot af om Manuel te vinden, al lukte dat niet. Ik schreeuwde hard door de straten z'n naam en vroeg mensen of ze de 'gringo' gezien hadden (dat viel wel op in die ongure buurt). Ze wezen en begonnen mee te roepen. Een paar honderd meter verderop hoorde Manuel iedereen roepen en herkende daarin zijn naam en begon langzaamaan sneller te lopen en te rennen. Toegejuicht door alle locals kwam hij net op tijd de boot op gerend. Uiteraard moesten we nieuwe kaartjes kopen en baalden we het eerste uur dat we opgelicht waren.

De drie nachten en twee dagen daarna lagen we in de hangmat. We werden 's ochtends rond half 5 wakker van de rumoerige locals, kregen om half 7 simpel ontbijt, om 11 lunch en om half 5 avondeten. Tussendoor keken we naar buiten naar de simpele dorpjes, de dolfijnen in het water en dronken we van de meegebrachte flessen sterk.

Na de bootreis reisden we door naar Mancora aan de kust, de laatste stop in Peru. We vermaakten ons 2 dagen aan het strand met lezen, lekker eten en Manuel met een geslaagde middag kitesurfen. Een fijn einde van een mooi Peru, maar wel een Peru waar we veel ziek waren en we voor het eerst moesten zeggen dat we het meerendeel van locals niet vriendelijk, oprecht of behulpzaam vonden.

Voor foto's van onze tijd in Peru klik op de volgende link https://www.flickr.com/photos/101171706@N07/

English Highlights

From the inca sites in Bolivia we stumbled on to the most famous inca sites the world; Cusco and Machu Picchu. With only four days between our last and the next trekking we can say we had our fair share of mountains. We walked for 5 days through valleys, over a 4700 meter pass and through jungle to finish our hike at Aguas Calientes, a little town at the foot op Machu Picchu. Here we climbed a very steep mountain by ladders which gave a different perspective to the impressive ruins. The following day we visited the actual ruins up close. Unfortunately Ilona didn't feel all to well during the whole trek and she was sometimes struggling to get over the mountains.

From our time in Cusco we continued on to the Colca Canyon for some relaxing time in small villages and to the desert oasis of Huancachina where we tried some of the famous Peruvian Piscos. We finished off the day with a sparkling wine on one of the huge sanddunes surrounding the area.

Close to Huancachina lies Paracas, a town where the desert and the ocean meet. We spent some time exploring the surroundings both on land and on water. Our timing was right when we got to Lima a few days later. With the World Cup game Holland - Mexico on the line we found a Mexican/Dutch bar/restaurant. On the first floor were 40 Mexicans watching the game while on the second floor easy double the amount of Dutch people were enjoying Heineken beer and Dutch 'kroketten' and 'rookworsten', typical Dutch food. The atmosphere was great.

From Lima on it was back to mountains one more time. The Cordillera Blanca is the second highest mountain range after the Himalayas with many peaks over 6000 meter. Many people do multiple day trekkings, but since trekking in Bolivia and Machu Pichu we had our fair share and decided to just do some day hikes with some smaller villages as a base. This didn't work out so well. Day treks were long, we weren't fit enough because of the diarrhea we both had and the mountains were to high/base camps were to low to actually see the snow capped peaks and pristine lakes. And the one time we did get high enough up using public transport we got dropped in a small town, had to fight away locals who wanted to scam us and hitch hiked with an ambulance to get to the main road again. With the mountains not being such a great success as we hoped for we figured a real change of scenery would do us good.

Iquitos in the centre of the Amazon seemed well suited, a city only accessible by air or by boat. But another blow in face was that getting there from Huaraz would take e 36 hours and another 3 days on the boat. So at 5pm we booked a flight from Lima to Iquitos the next morning. Straight after we headed for the busterminal to catch a nightbus back to Lima. Finally in Iquitos we watched football (Holland - Costa Rica) and headed for the jungle before the Holland - Argentina game.

We decided to do a jungle camping experience. This was a great and different way to experience the Amazon. We saw monkeys, snakes, tarantulas, leguanas, insects, amazing birds and much more. We also experienced the Amazon rain...

After the Holland - Argentina game we figured that we would have time since we wouldn't play the final. We did want to experience the Amazon boat trip so we booked the boat back to Yurimaguas. Three nights in hammocks seeing the Amazon slide by. The relax trip started a bit more stressed. We boarded the cargo ship and installed our hammocks. Hours later we noticed many Peruvians on our ship were moving to a different ship. Ours appeared not to go that day, while we already bought a ticket. Of course nobody was around when in all the stress of switching boats I wanted to get our money back. After dropping our stuff on the other boat I went back to find our money. But neither on the boat nor in the office in the street, nobody answered my angry calls. Meanwhile the second boat was about to leave without me on it. So Ilona started yelling my name and asking anyone to get the gringo in the street back. Like in movies I noticed very late that people were talking to me and encouraging to run back for the boat. When I finally figured things out I ran as fast as I could with Peruvians yelling my name and cheering. As I jumped on the boat it boarded from the garbage and mudd filled dock. Made it.

Three days on a boat and another 28 hours in a bus and we found ourselves in Mancora, a beach town in northern Peru. I kitesurfed a bit and we enjoyed the warmth of the sun and beach before heading to a new adventure in Ecuador.

For photos of our trip visit our flickr page https://www.flickr.com/photos/101171706@N07/