De droge vlaktes op in Noord Chili en Argentinië

21 mei 2014 - Santiago, Chili

Met de nachtbus kwamen we aan in Santiago, de hoofdstad van Chili. We vonden een leuk hostel van waaruit we de stad verkenden. Al snel merkten we dat het een stuk warmer was dan onze vorige bestemmingen, en met veel plezier trokken we weer t-shirts en korte broeken aan.

In twee dagen tijd probeerden we zoveel mogelijk van de stad te zien. Anders dan in Buenos Aires moesten we hier wat meer op zoek naar de gezellige straatjes, maar ze waren er wel. Vooral de enorme fruit- en groentemarkt was erg leuk om te bezoeken. Er waren bijna geen toeristen te bekennen en we struinden door de aangename chaos van verkopers, kopers, fruitbakken en rondslingerend afval heen. De tweede dag in de stad klommen we samen met wat andere reizigers uit ons hostel de San Christobal op, een heuvel van waaruit je uitzicht hebt op de stad. Althans dan hoopten we. In de winterperiode heeft Santiago namelijk last van smog, dat in het dal waar de stad in is gesitueerd blijft hangen. Niet erg spectaculair dus, maar wel gezellig. We bezochten nog wat andere highlights in de stad en 's avonds sloten we ons aan bij de hostel-asado, een barbecue.

Vlakbij Santiago ligt Valpraiso, een kustdorpje met een centrum dat een Unesco status heeft verworven. Hoe zonnig het die ochtend was in Santiago, zoveel mist hing er in Valpraiso. Maar dat mocht de pret niet drukken, want er was genoeg te zien. Het dorpje is tegen een heuvel opgebouwd en dat betekende veel op en neer lopen. We liepen door de knusse straatjes en overal waar we keken zagen we streetart, veelal graffitti, ook hetgeen waar het dorpje om bekend staat. In de middag sloten we ons aan bij een op fooi gebasseerde stadstour. Door deze tour kwamen we op weer heel andere plekken en leerden we wat over de geschiedenis. We kwamen langs een oud mannetje die zelfgemaakte alfajors (typisch Argentijnse/Chileense koekjes) verkocht, langs mooie uitzichtspunten (zelfs door de mist) en namen een krakkemikkig liftje een berg op.

Na weer een tijdje in Chili te zijn geweest besloten we nog een keer de grens over te steken naar Argentinië. We namen een schitterende bergroute, over een pas van 4000 meter, om in het begin van de avond in Mendoza aan te komen. Mendoza is een bekend wijngebied in Argentinië. De volgende dag namen we daarom ook samen met nog wat andere backpackers de bus naar Maïpu, dat tegen Mendoza aan ligt. We huurden daar allemaal een fiets en gingen de wijnboerderijen af. Helaas is Maipu niet het pittoreske plaatjes dat we ons hadden voorgesteld. Het is een rommelig en stoffig dorpje, waar hooguit voor het idee een paar wijnvelden liggen. De echte wijnvelden liggen nog tientallen kilometers verderop.

Nadat er twee bodegas gesloten bleken, zakte de moed een beetje in de schoenen, maar gelukkig konden we daarna bij een tour aansluiten en wijnen proeven. Ook het proeven van op wijn gebasseerde pesto's, olijfolie, chocolade en likeurtjes viel in de smaak. Een wijnboerderij net buiten het dorpje zag er ook al een stuk charmanter uit en we bestelden als groep een paar flessen wijn en genoten van het uitzicht. Al met al nog een erg geslaagde dag, maar we kunnen dit gebied wel bestempelen als wijnproeven voor backpackers. Geen hele hoge kwaliteit, maar daarom ook belachelijk goedkoop.

Helaas hadden we de tweede dag in Mendoza regen. Manuel maakte er daarom een ouderwetse zondag van met voetbalkijken en wijn drinken. Ik vermaakte me met wat meiden met een wandeling door de stad en kopjes koffie drinken. Ieder z'n ding. De volgende ochtend vertrokken we samen met twee Engelse meiden richting San Juan. San Juan is ook een wijngebied en daar zou de Graffigna wijnboerderij staan, dat onderdeel is van de organisatie waar Anton (vader Manuel) voor werkt. Zo ongeveer gesitueerd in een sloppenwijk ligt er opeens een erg luxe wijnmakerij. Ook hier lagen de wijnvelden niet bij de makerij. De tour was informatief, maar wel wat kort. Drie kwartier later stonden we enigzins perplex weer buiten.

Gelukkig konden we nog net de volgende bus pakken, zodat we nog op tijd aan zouden komen in San Augustin de Valle Fertil. We gingen hiedoor enigzins van de gebaande paden af want er waren bijna geen backpackers of buitenlandse toeristen te vinden. We regelden in de avond onze tour voor de dag erna, want daarboir waren we nasr het dorpje gekomen. Met z'n vieren hadden we een chauffeur die ons naar twee nationale parken zou brengen. Te beginnen met Talampaya. Met een speciale bus gingen we dit park in, waar we door een canyon heen reden. De rotsformaties hadden schitterende rode kleuren en door de erosie bijzondere vormen aangenomen. Ook waren er inkervingen te vinden van vroegere bewoners die het leven op de rotsen hadden getekend. Een hele mooie tour en weer compleet iets anders dan de besneeuwde bergen van 2 weken daarvoor. Het tweede park was weer totaal anders, en leek veel op een maanlandschap vandaar ook de naam Valle de Lunes. Onze driver reed hier met zijn eigen auto door het park en op de 6 belangrijkste plekken gingen we de auto uit. Van bijzondere rotsformaties tot door mineralen gevormde bollen, vanalles kwam voorbij. Met zonsondergang reden we het park uit terwijl de maan net opkwam, wat hele bijzondere uitzichten opleverde. Onze driver zette ons in het donker af bij een weg, waar schijnbaar de bus langs zou komen naar onze volgende bestemming. Gelukkig stopte er inderdaad 20 minuten later een bus.

Na twee uur kwamen we aan in La Rioja. Hier moesten we nog 3 uur wachten, want pas om 2 uur 's nachts ging de bus naar Tucuman. Om 8 uur 's ochtends kwamen we daar aan, waar we nog 4 uur moesten wachten op de bus naar Cafayate, waar we om 6 uur 's avonds aankwamen. Van de gebaande paden af maakt het reizen dus wel wat complexer. Gelukkig kwamen we in een erg leuk dorpje terecht, simpele laagbouw stenen huisjes liggend aan veelal onverharde wegen en veel cactussen. We besloten weer eens een stukje te wandelen. Met de Engelse meiden en een meid uit Australië gingen we de droge bergen in. Op zoek naar een waterval die we nooit zouden vinden. Verder wel een leuke wandeling met veel zand in de schoenen, veel cactussen om ons heen en veel condors in de lucht. Deze vogels zien we inmiddels zo ongeveer elke dag terwijl we dachten dat ze vrij zeldzaam waren. We sloten de middag af met het proeven van wijn, want ook Cafayate is een groot wijngebied.

De volgende dag gingen we met z'n tweeen de rest van het wijngebied verkennen. We huurden twee krakkemikkige fietsen en fietsten langs de mooie wijnvelden en langs de vele bodega's. Anders dan in Mendoza was het uitzicht hier schitterend. We deden leuke wijntours in het Spaans (onze Spaanse wijngerealteerde taal gaat al aardig vooruit) en legden elke kilometer de ketting van Manuels fiets er weer op. We proefden behoorlijk wat af en we kregen een speciale tour bij Etchart, ook onderdeel van de organisatie waar Anton werkt. Eigenlijk waren ze gesloten, maar na het laten zien van het business kaartje werden we hartelijk ontvangen en meegenomen in een 4x4 door de wijnvelden. We kregen, in het Spaans, uitleg over de wijnranken en verschillende druiven en zagen zelfs wijnranken uit 1850. Heel speciaal.

Vanuit Cafayate reisden we weer verder, echter deden we op de weg naar Salta nog een excursie. We werden rondgetourd door de bijzondere rotsachtige omgeving. Aan het einde van de tour werden we weer aan de weg afgezet, waar we nog 3 uur op de bus moesten wachten, deels in het donker. Ook hier stopte er weer een bus (best goed systeem dus), en na 2 uurtjes kwamen we aan in Salta. Na een overnachting reisden we door, weer Chili in. Het was een hele mooie busreis over grote hoogte met uitzicht op gekleurde rotsen, mooie meren en zoutvlaktes, dus absoluut geen straf. We kwamen aan op onze laatste bestemming in Chili, namelijk San Pedro de Atacama. Een heel simpel dorpje, maar met een erg toeristisch centrum. Alle straten hebben hun oorspronkelijke uiterlijk behouden, wat erg primitief uit ziet, maar zodra je een winkel binnengaat is het erg modern. De eerste avond gingen we bijna alle tour bureaus af op zoek naar de beste deals voor excursies.

We begonnen met sandboarden. Dit is toch nog wel wat anders dan snowboarden aangezien het zand een stuk stroever was. Het was even wennen, maar ontzettend leuk om over het zand naar beneden te glijden. Vooral Manuel, die de wintersport moest missen, was erg in z'n nopjes en hij was de eerste en laatste die van de duinen af boarde. Voor de afwisseling probeerde hij het zelf nog op skies, wat in zand een behoorlijke uitdaging is. Als afsluiting gingen we nog de maanvallei in voor een mooie zonsondergang. Met een pisco sour in de hand keken we naar de van kleur wisselende vallei, prachtig!

Voor de tweede excursie moesten we om 4 uur ons bed uit. We werden opgehaald om naar de geisers te gaan, die in de bergen op zo'n 4300 meter liggen. Terwijl het net wat licht begon te worden kwamen we aan, en kwam de temperatuur niet boven de -10 graden uit. We hadden het dan ook behoorlijk koud. Maar de reden dat we er zo vroeg in de kou waren was omdat de uitzichten het beste zijn als de zon boven de bergen uitkomt. En daar was niks over gelogen, het was een magisch gezicht toen de zon zich liet zien en we over meer dan 80 rokende geisers uitkeken. De warme thee die we kregen was erg welkom, want een uur in de kou is best lang.

Gelukkig stond er ook nog een hotspring op het programma. Ik kon niet wachten om het warme water in te gaan en terwijl Manuel nog wat foto's schoot, trok ik m'n bikini aan. Ik moest over het ijs stappen om het water in te gaan, en de eerste stappen in het water waren heerlijk warm door het contrast met de kou. Echter bleek het water verder helemaal niet zo warm te zijn, en hield ik het niet langer dan 5 minuten vol om vervolgens in de kou weer aan te kleden. Nouja, in ieder geval op 4300 meter gezwommen en Manuel kunnen behoeden voor een koud bad.

In de middag vermaakten we ons nog in het gezellige centrum en bereidden we ons voor op onze volgende excursie, met een 4x4 de zoutvlaktes van Bolivia op.

http://www.flickr.com/photos/101171706@N07/sets/